Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1431, Charterverzameling Hilvarenbeek (en Diessen), inv. nr. 126.
8 mei 1675
Schuldbekentenis voor schepenen van Hilvarenbeek door het corpus van Hilvarenbeek, aan Thielman Lemnius, president-schepen in Hilvarenbeek, van een bedrag van 500 karolus gulden.
Peter Sebrechts schepen, Jan Servaes Middegaels geswooren,ǁ Marten Cornelis Martens inder tijt setter, respective deser vrijheijt van Hilvarenbeek ǁ als volcoomen last macht en procuratie hebbende van schepenen, geswoorens setters ende ǁ voordere regeerders, representeerende het gemeijne corpus van Hilvarenbeek voors. ǁ volgens speciaele procuratien aende selve verleent, wesende van dato den thienden ǁ julij ende eenentwintighsten december respective vanden jare XVIC twee ende tsevenǁtigh, ende s[e]stienden september XVIC vierende t'seventigh, in desen gebleecken,ǁhebben g[e]looft onder verbintenisse van hunne, als mede vande persoonen ende ǁ
goederen v[an]de respective regeerders ende gemeijne ingesetenen van Hilvarenbeek ǁ
respectiv[elijck h]ebbende ende vercrijgende, te geven ende te betaelen aen ǁ Thielma[n] [Lemnius pr]esident alhier, opten sesden meij vande jare XVIC sesende t'sevenǁtigh, eene [somme] van vijffhondert carolus guldens, ten prijse van twintigh stuijvers ideren ǁ carolus gulden gerekent, in goede gevalueerde ende gepermitteerde munte, met een ǁ jaer inter[es]se van dijen ten penningh twintich int jaer, los ende vrij gelt van alle ǁ lasten, soo ordinaer als extraordinairs, alreede ingestelt ofte naelmaels ingestelt te worden,ǁ welckerhande ende hoedanich deselve oock soude mogen wesen ofte genaemt worden ǁ egeene uijtgescheijden, edoch ingevalle van langer onderhout met believen vanden ǁ crediteur, int betaelen vanden interesse alsboven jaerlijckx te continueeren ǁ
totte effectuele voldoeninge toe, spruijtende dese voors. penninghe van goeden geleenden ǁ
gelde, door hun voors. geloeveren in qualiteijt alsvoor ten dancke vanden crediteur ǁ ontfangen, omme in dese droevige tijden van oorloge, ten dienste vande gemeijnte ǁ van Hilvarenbeek, ende tot conservatie vande goede ingesetenen van dijen geemplojeert ǁ te worden, ende soo wanneer den voors. crediteur sal believen sijne penningen ǁ wederomme te hebben, oftewel dat de regeerders van Hilvarenbeek mochten goet ǁ vinden deselve eerder aff te leggen, dan den crediteur die sal coomen te ǁ eijsschen, dat parthijen sulcx maelkanderen drie maenden van te vooren ǁ
sullen moeten opseggen, als wanneer het capitael voors. metten interesse ǁ alsdan ten achteren ende onbetaelt staende, gehelijck sal worden voldaen ǁ ende gequeten, alles onder volluntaire condemnatie, parate ende reele executie,ǁ ende sonder contradictie, appellatie, ofte oppositie van eenigen recht daar tegens ǁ te doen, namptisatie en sij eerst ende voor all geschiet, aldus gepasseert ten ǁ overstaen van Mattheus Stalphaerts, ende Jan Aert Jacobs, schepenen van Hilvarenbeek ǁ op den achsten meij XVIC vijffende tseventigh ǁ R. Pannekoeck ǁ
In margine:
[***] ǁ P Scholt ǁ 500:0:0 ǁ Hilvarenbeek ǁ Numero 44 ǁ Requesta den ǁ 14e januarij ǁ 1726 ǁ A.van Heurne ǁ
In dorso:
Deesen brieff op het protocole gecasseert ǁ op folio 194 verso heeden den 25 meert 1741 ǁ quot attestor ǁ J. M. Berghmans ǁ 1741 ǁ
Last brief opt corpus ǁ van Hilvarenbeeck ǁ transport 500 - 0 ǁ dato 8 meij 1675 ǁ
Hier van transport gedaen door ǁ d'heer Tielemanus Lemnius als last ǁ ende procuratie hebbende vande erffgeǁnamen van juffrouwe [***] ǁ [***] begijntje op het beǁgijnhoff [***] ǁ