Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 1431-089, laatst bijgewerkt op 3 april 2023, periode 1676

25 januari 1676

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1431, Charterverzameling Hilvarenbeek (en Diessen), inv. nr. 89.

Samenvatting oorkondetekst

Schuldbekentenis door de schepenbank van Hilvarenbeek, namens het corpus van Hilvarenbeek, aan Hendrick Peter Jans, voor een bedrag van 250 carolus gulden. 

Transcriptie

Thielman Lemnius president, Peter Sebrechts schepen, Jan Servaes Middegaels ǁ
geswooren, ende Marten Cornelis Martens inder tijt setter respective deser vrijheijt van Hilvarenbeecq ǁ als volcoomen last, macht, en procuratie hebbende, van schepenen, geswoorens, setters ende voordere ǁ regeerders, representeerende het gemeijne corpus van Hilvarenbeecq voors., volgens speciaele procuratien ǁ aende selve verleent, wesende van dato den thiende julij, ende eenentwintighsten december vande jare XVIǁ twee ende tseventigh, ende sestienden september XVIC vier ende t'seventigh, hebben gelooft onder ǁ verbintenisse van hunne, als mede vande persoonen ende goederen vande respective regeerders ende ǁ gemeijne ingesetenen van Hilvarenbeecq, respectivelijck hebbende ende vercrijgende, te geven ende ǁ te betaelen aen Hendrick Peter Jans, op ten twaelffden november eerstcoomende, eene somme ǁ van twee hondert ende vijfftich carolus guldens, ten prijse van twintigh stuijvers idereren carolus ǁ gulden gerekent, in goede gevalueerde ende gepermitteerde munte, met een jaer interesse van ǁ
dijen, ten penningh twintich int jaer, los ende vrij gelt van alle lasten soo ordinaer als extraordinaris ǁ
alreede ingestelt ofte naelmaels ingestelt te worden welckerhande ende hoedanich deselve oock soude ǁ mogen wesen, ofte genaemt worden egeene uijtgescheijden, edoch ingevalle van langer onderhout ǁ met believen vanden crediteur, int betaelen vanden interesse alsboven jaerlijcx te continueeren totte ǁ effectuele voldoeninge toe, spruijtende dese voors. penninghe van goeden geleenden gelde, door hun voors. geloevenden ǁ ten dancke vanden crediteur ontfangen, omme in dese droevige tijden van oorloge ten dienste vande ǁ gemeijnte van Hilvarenbeecq, ende tot conservatie vande goede ingesetenen van dijen geemplojeert ǁ te worden, ende soo wanneer den voors. crediteur sal believe sijne penningen wederomme te ǁ hebben, ofte wel dat de regeerders van Hilvarenbeecq mochten goet vinden deselve eerder aff te leggen,ǁ dan den crediteur die sal coomen te eijsschen, dat parthijen sulcx maelkanderen drie maenden ǁ van te vooren sullen moeten opseggen, als wanneer het capitael voors., metten interesse alsdan ten ǁ achteren ende onbetaelt staende, gehelijck sal worden voldaen ende gequeten, alles onder volluntaire ǁ condemnatie, parate ende reele executie, ende sonder contradictie, appellatie ofte oppositie van eenigen ǁ recht daar tegens te doen, namptisatie en sij eerst ende voor all geschiet, aldus gepasseert ǁ ten overstaen van Mattheus Stalphaerts, ende Hendrick Wilborts, schepenen van Hilvarenbeecq opden ǁ vijffende twintighsten januarij XVIC ses ende tseventigh ǁ R. Pannekoeck ǁ

 

In margine:
[***]ǁ J. Scholt ǁ 25 januarij ǁ 1676 ǁ 250-0-0 ǁ Hilvarenbeek ǁ Numero. N49 ǁ Recept 16/3 26 ǁ W. Henricks ǁ

 

In dorso:
Hier van transport gedaen op ǁ  den 29e november 1729 ten behoeve ǁ vande kinderen Anselmus Fabrij ǁ volgens acte transport van gedaen ǁ De kinderen Anselmus Fabri ǁ bij transporte van 29 november 1720 ǁ Den ondergeteekende Jan de Jong als gelaste van ǁ Hendrik en Anna Maria Sivaen voor een vierde part ǁ en Peternel Fabrij mede voor een vierde part, en Hendrik ǁ en Valentijn Franken meede voor een vierde part, Ancelmus ǁ Fabrij voor sig selve als meede voor sijn suster broeders en ǁ neeven, mede voor het resteerende vierde part bekennen te ǁ saame dat de regenten van Hilvarenbeek aan haaren ǁ handen hebben voldaen ende betaeld de somme van ǁ twee hondert en vijfttig guldens tot voldoeninge van ǁ het binnenstaande capitaal, consenteerende dien volǁgens in de cassatie deser obligatie ten prothocolle,ǁ Actum Hilvarenbeek den seven en twintigste maart ǁ 1700 een en seventig .ǁ Jan de Jonge ǁ Peternel Fabri ǁ Dit zijn d'hantmercken ǁ van Hendrik en Valetijn Vranken A. Fabrie ǁ verclaeren niet te konnen schrijven ǁ Testis C. van Heusden ǁ Dese ten protho[co]lle ǁ gecasseert dato etcetera ǁ quod attestor ǁ J.vander Burgh ǁ [***] ǁ