Hilvarenbeek

Wij drossaert schepenen, geswoorens, bede en(de) commersetters mitsgaders kerck, ende Heijlige ǁ geestmeesteren, alle representerende het gemeijne corpus van Hilvarenbeecq, bekennen ǁ ende lijden mits desen, wel ende deughdelijck schuldigh te wesen aen ende tot behoeff ǁ van Wouter Cornelis Marcelis inwoonder alhier binnen Hilvarenbeecq, eene somme ǁ
van drie hondert carolus guldens, ten prijse van twintigh stuijvers het stuck, spruijǁtende van goeden geleende gelde door ons ondergeteeckende ten dancke vanden ǁ crediteur, tot behoeff vant gemeijne corpus van Hilvarenbeecq ontfangen, ende ǁdaer van geduerende het onderhout, jaerlijcx te gelden, ende te betaelen ǁ vier guldens, thien stuijvers percent, los ende vrij gelt, ende soo wanneer den creǁditeur sal believen sijns penningen wederom te hebben, ofte wel dat de regeerǁ
ders van Hilvarenbeecq, mochten goetvinden, de selve verder aft te legǁgen, dan die geeijscht sullen werden dat parthijen maelcanderen sulcx ǁ drie maenden, voor den verschijndagh sullen moeten opseggen, voor de voldoeǁninge deser, wij ondergeteeckende jeder een voor all, als schuldenaer principael ǁ hebben verbonden onse persoonen, ende goederen, hebbende, ende vercrijgende ǁ ende mede het gemeijne corpus van Hilvarenbeecq, alles onder voluntaire ǁ
condemnatie pro ut in forma, sonder argh ofte list, Aldus gedaen ende ǁ gepasseert, int jaer ons heeren een duijsent ses hondert, twee entnegentigh ǁ op den tweeden dagh der maent Junij, hebbende verders tot getuijgenis ǁ vandien, onsen gemeijnen schependoms zegel, hier onder aengehangen ǁ onder de expeditie, ende signatuere des secretaris ǁ

P. Timmers ǁ secretaris ǁ register referentie folio 245 ǁ 300-0-0 ǁ Hilvarenbeek Numero 92 ǁ register 8 Februarij 1726

Dorsale aantekening:

Deze ten prothocolle behoorlijk ǁ gecancelleert ǁ luijdende als volgt ǁ de ondergeteekende Catharina Woestenburgh ǁ huijsvrouw van Johannes ǁ Timmermans woonende te Moergestel als last ǁ en procuratie hebbende van Jenneke Woesǁtenburgh mede woonende te Moergestel gepasǁseert voor schepenen van Moergestel dato ǁ 27 maart 1771 alhier gesien en gelesen ǁ bekenne dat Regenten van Hilvarenǁbeek in hare handen qualitate qua hebben ǁ betaald de somme van drie hondert ǁ guldens in voldoeninge van een ǁ capitale somme van drie hondert ǁ guldens ten laste deses corpus ǁ van het selve opgenonomen van ǁ Wouter Cornelis Marcelis volgens ǁ obligatie dato 2 juni 1692 aan ǁ en geteekent nunmero 92 aangehangen ǁ bij versterff  consenteerende der kinderen  ǁ in de cassatie deser obligatie ǁ ten prothocolle Actum Hilvarenǁrenbeek den vijff en twintigste ǁ maart 1700 twee en twintich ǁ en was geteekent Catharien ǁ Woestenburgh huijsvrouw van ǁ Johannes Timmermans ǁ quod attestor ǁ J:Van Den Burgh ǁ rente Brieff ǁ voor ǁ Wouter Cornelis Marcelis ǁ opt ǁ corpus van Hilvarenbeecq ǁ van 300 gulden capitaal ǁ in dato 2e junij ǁ 1692