Hilvarenbeek

De heer ende meester Peter van Trier schepen binnen de vrijheijt van Hilvarenbeeck ǁ voor hem selve als mede inden naeme ende gemechtticht tot het navolgende van Peter ǁ [***]t, Christoffel Dawans, Niclaes Beersmans, ende Andries van Nieuwenhuijsen schepenen, ǁ [***] Mol meester Adriaen Hanegraeff, Cornelis Moonen, Peter Weijten, ende Cornelis van Hare ǁ [***]rens, Jan Gerrits van Dijck, Gerrit Vijver Pasmans, Jan Lambrecht Hessels, Adriaen ǁ [***] Leemans, Hendrick Corstiaens Huijbrechts ende Adriaen Jacob van Trier, bede ende ǁ commersetters, Rudolff Pannekoeck kerckmeester, Christophel Dawans Heijlige Geestmeester ofte armmeester alle ǁ representerende het gemeijne corpus van Hilvarenbeeck, ende de heer Philippus Rijsbosch, mede ǁ
een vande considerabelste geerffdens, inne procuratie brieven onder het schependoms segel ende ǁ signature hunder secretaris gedepescheert wesende gedateert den sesden februarij lestleden, ǁ ende uijt crachtte der machtte hen daerbij soo blijckende was gegeven ende verleent, heeft ǁ mits desen gelooft op verbant soo van sijnen als der voorschreven constituanten persoonen ǁ
ende allen henne goederen present ende toecomende onverscheijden ende een voor all Gerarǁ
dus vanden Eeckaert woonende binnen St. Michiels Gestel de somme van duijsent ǁ carolus guldens tot XX stuivers goet permissie gelt elcken gulden gereeckent metten ǁ
interest tegens vijff ten hondert van heden over een jaer te voldoen ende te beǁ taelen ende binnen dese stadt vrij van alle lasten egeene uijtgescheijden te leveren ǁ sonder eenigh uijtstel ofte oock eenich tegenseggen in recht ofte daerbuijten ǁ overmits d'oprechte deuchdelijckheijt deser schult is spruijtende van goode ende ǁ welgetelde penningen bij de voorschreven volmachttigde tot dienste vande voorschreven gemeijnǁte van Hilvarenbeeck uijt handen vande voorschreven Gerardus vanden Eeckaert gehadt ǁ ende ontfangen, gelijck hij gelovene dat verclaerde ende bekende mits desen, ende ǁ ofte het gebeurde dat de voorschreven somme ten voorschreven dage niet en wierde gerestituǁeert, soo gelooft de selve alnoch uijt crachtte ende op verbant als voor daervan ǁ
interest te geven als voor tot d'effectuele aflossinge toe, Getuijgen waeren hier ǁ
over schepenen in 's Hertogenbosch Robbert de Lobell ende Johan Henrick van Golen ǁ
Gegeven den twee ende twintichste februarij sesthienhondert negen ende tachttich ǁ
Secretaris JLvCattenburgh ǁ

In dorso:
Op huijden de XIXe februijary ǁ XVII^c en ses is desen schepene brieff ǁ van eenduijsent gulden bij de regenten ǁ van Hilvarenbeek gelost ende gequeten ǁ Crollius ǁ