Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1431, Charterverzameling Hilvarenbeek (en Diessen), inv. nr. 44.
26 november 1675
Schuldbekentenis voor schepenen van Hilvarenbeek door het corpus van Hilvarenbeek aan Jan Dirrick van Berlecom, van 300 karolus gulden die over 1 jaar terugbetaald moet worden.
Wij Jan Aert Jacobs, ende Mattheus Stalphaerts, schepenen ǁ der vrijheijt ende heerlijckheijt van Hilvarenbeecq, tuijgen onder onsen ǁ gemeijnen zegele [d]at op heden voor ons gecompareert sijn Thielman Lemnius, ǁ president, Pete[r] Sebrechts schepen, Jan Servaes Middegaels geswooren, ende ǁ Marten Cornelis M[a]rtens indertijt setter, respective der vrijheijt van Hilvarenbeecq ǁ als volcoomen last [ende] macht, ende procuratie hebbende van schepenen, geswoorens,ǁ setters, ende voor [and]ere regeerders, beneffens de voornoemde comparanten representerende ǁ
het gemeijne corpus van Hilvarenbeecq voors(creven), volgens speciaele procuratien ǁ aenden selve verthoent, wesende respective van dato den thienden julij, van eenentǁtwintighsten dagh februaris vanden jaren XVIC twee ende tseventigh, ende XVIen septembis ǁ XVIC vier ende tseventigh, ende hebben gelooft onder verbintenisse van hunne ǁ als mede van pers[oo]nen ende goederen vande respective regeerders ende gemeijne ǁ ingesetenen van H[il]varenbeecq, respectivelijck hebbende ende vercrijgende ǁ te geven ende te betaelen aen ende ten behoeve van Jan soone Dirrick van ǁ Berlecom, woonende binnen Turnhout, opten twaelffden novembris XVIC ses ende ǁ tseventigh, eene somme van drie hondert carolus guldens, met een jaer interesse vandijen, tegens vier gulden ǁ thien stuijvers ten hondert, los ende vrij gelt van alle lasten, hoe dat [no]ch deselve oock souden mogen wesen geǁmaent, bijde voors. geloeveren ten dancke ontfangen, omme in dese droevige tijden van oorloge, ten ǁ dienste vanden gemeijnte van Hilvarenbeecq, ende tot conservatie vande goede ingesetenen van dijen, geǁemploieert te worden, edoch ingevalle [van] langer onderhout nochtans nijet als met believen vanden ǁ crediteur uit betaelen vanden interesse des voren jaerlijcx [totte effectuele] date totte effectuele voldoeǁninge toe, onder expresse conditie dat ingevalle den interesse [drie maenden voor] den verschijndagh ǁ nijet en mochte wesen betaelt, dat [in] sulcken cas den interesse [***] ses gulden ten hondert ǁ jaerlijcx betaelt sal worden, en soo wanneer den cred[i]teur de betael[inge] [vande] penningen wederomme ǁ
te hebben, oftewel dat de regeerd[e]rs van Hilvarenbeecq mochten goet vin[den] deselve eerder aff te ǁ leggen, dan die voor den credite[ur] werden geeijscht, dat parthijen sulcx m[alcander]en drie maenden ǁ van te vooren sullen moeten opseg[ge]n, als wanneer het capitael met de int[ere]sse alsdan ten achteren ende ǁ onbetaelt staende, geheelijck ende sal worden voldaen ende, gequeten aller andere volluntaire condemnatie ǁ parate ende reele executie, ende [t]er contradictie, appellatie, ofte oppositie van eenigen recht daer ǁ tegens te doen, namptisitie [en sij] [ee]rst ende voor al geschiet, gegeven int jaer ons heeren XVIC vijff ǁ ende tseventigh, den XXVe dach deser maent novembrij ǁ H Pannekoeck ǁ
In margine:
[***] ǁ 300-0-0 ǁ Hilvarenbeek ǁ v. 48 ǁ Reqta 8 februarij ǁ 1726 W Stevens ǁ
In dorso:
De weduwe Gasper Woestenborgh ǁ heeft van dit capitael van 300 gulden ǁ transport gedaen ten behoeven ǁ van den diakonij armen van Hilvarenbeek ǁ den 7 junij 1740 int prothocol fol. 154 ǁ