Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 1428-490, laatst bijgewerkt op 3 april 2023, periode 1683

27 februari 1683

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 490

Samenvatting oorkondetekst

Uitspraak van de Raad van Brabant in een proces tussen Cornelia van Meerbergh en Johan Molengraeff.

Transcriptie

D'Eerste presiderende, ende andere ǁ Raden van Brabant, Onse lieve ende Beminde die vanden gerechte van Tilburgh, Saluijt wij hebben ǁ ontfangen de supplicatie van Cornelia van Meerbergh soo sij procedeert, mitsgaders Jan Wijtens, als voocht derselver ǁ kinderen, innehoudende dat sij supplianten voor u Lieden inde voorz. qualiteijt genootsaeckt werden in materie van Arrest ǁ proces te sustineren, op ende jegens Johan Molengraeff, nomine uxoris, arrestant, daerinne tot soo verre aldaer is geprocedeert, ǁ dat wegens den selven Molengraeff is gedient geworden van sijn eijsch, en wegens der supplianten ǁ procureur versocht sijnde app(oinctmen)t van prolongatie hadde u Lieden in plaets van daerop ǁ te disponeren 't selve over het hooft siende, den procureur vanden voorz. Molengraeff geadmitteert tot furnissement decrete ǁ rende op die wijse jegens der supplianten procureur verstecq van antwoort, en naerdien den procureur vande supplianten soo doende ǁ is verkloeckt, ende dat mitsdien die geen cans en sien, omme alsnoch geadmitteert te worden, tot het dienen van haer antwoort, ǁ hoe favorabel oock het recht van defensie naer rechten geoordeelt wort, vermits hun daerontrent den staet vanden selven ǁ processe schijnt te obsteren, derhalven omme daerinne te voorsien, soo keeren hen de supplianten haer aen ons in den voorz. ǁ Rade ( soo sij seijden ) versoeckende onse provisie van relief, addresserende aen u Lieden in desen dienende, waeromme soo ǁ ist, dat wij desen aengesien, u ontbieden, ende bevelen ( daertoe committerende bij desen ) dat ghij partijen of der selver ǁ procureur voor u Lieden in rechten geroepen, of present sijnde, ghij de supplianten admitteert, ende ontfanght, ende dan welcken wij verstaen ǁ bij u Lieden geadmitteert, ende ontfangen te moeten worden, omme aldaer te doen, alsulcken versoeck als sij te rade vinden ǁ sullen, ten eijnde sij werden gereleveert vanden staet vanden selven processe, ende voorts van alle faulten, omissien, ende ǁ versuijmenisse daertoe geslagen, en gestelt in soodanigen state als sij waren voor dato vandien, ende geadmitteert ǁ ( niet jegenstaende den staet vanden processe ) omme alsnoch te mogen dienen van antwoort, Daerop bij partijen ofte desselfs ǁ procureur t'antwoorden, ter contrarie te sustineren, ende inder saecke voorts te procederen soo behooren sal,  u Lieden voorts ǁ ontbiedende ( daertoe committerende bij desen ) dat ghij partijen die in de voorz. saecke gehoort, goet, cort, onvertogen recht ǁ doen ende expeditie van justitie, Ende indien ghij de saecke daertoe, ende tot relivement op 't gene voorz. is bevindt gedispo ǁ neert, in dien gevalle hebben wij den supplianten van 't gene voorz. is gereleveert, ende releveren uijt sonderlinge gratie bij desen, ǁ ende voorts geadmitteert als boven, want wij bevonden hebben het selve alsoo te behooren, Gegeven in sGravenhage, onder ǁ den zegel vanden voorz. Rade hier aen doen hangen, den sevenentwintichsten Februarij, XVIc drie ende tachtentich.

Bij d'voorz. Eerste presiderende, ende andere Raden ǁ E.P. van Wevort ǁ de Roij procureur