Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 147
28 april 1679
Akte van schuldbekentenis, gepasseerd voor schepenen van ’s-Hertogenbosch, door Adriaen van de Kerkhoff, borgemeester, voor zichzelf en als gemachtigde van drossaard, schepenen en geërfden van de heerlijkheid Tilburg, aan Huijbert Kuijsten, namens Goijartien van den Ancker, weduwe van Bernard Lehardij, van 1000 karolus gulden.
Adriaen van de Kerckhoff borgemeester der heerlijcheijt Tilborch, Soo voor sich ǁ selffs alsmede in den naeme ende gemechticht tot het naervolgende van H: Verschueren, drost ǁ Ego de Witt, J: van der Burght, J: van de Sande, Adriaen Maes, J: van Ophuijssen, schepenen Cornelis ǁ Coijen, Claes Cornelis de Cock, Huijbert Maes, Jan Gijsberts van de Loo, Wouter Keijssers Adriaen ǁ Eethen, Anthonij Staeckenburch, Matthijs Molenberchs, Jan van Geldrop, L: Wijtens Henrick Hubert ǁ [de] [R]oij, Jan Wijtens, Dionijs Colen, Jan Janse van de Veen, Goijaert van den Broucqe, Peter Peters ǁ [v]an Balen, Adriaen Willems, Gijsbert Adriaen Fiers, Peeter Goijart Adriaens, principaelste ǁ gegoeijdens ende geerffdens tot Tilborch voors. inne procuratiebrieven onder de signature ǁ der voors. constituanten, uijtgenomen Ego de Witt ende Adriaen Maes, ende het gemeijnne ǁ schependoms zegel van Tilborch voors. gedepescheert wesende de dato den sevenentwintichsten ǁ april XVIc negenen t'seventich, ende uijt crachte der machte hem daerbij, soo blijckende was ǁ gegeven ende verleent, heeft midts desen gelooft, als schuldenaer principael soo op verbandt van ǁ sijnen persoon ende goederen present ende toecomende, als der voors. constituanten persoonen ǁ ende goederen present ende toecomende onverscheijden ende een voor all seigneur Huijbert Kuijsten tot ǁ behoeff van Goijartien van den Ancker weduwe Bernard Le Hardij de somme van eenduijsent ǁ Carolus gulden tot twintich stuivers goet permissie gelts elcken gulden gereeckent, metten interest ǁ tegens vijff ten hondert van heden over een jaer te voldoen ende te betaelen ende binnen ǁ dese stadt vrij van alle lasten egeene lasten uutgescheijden te leveren sonder langer uut ǁ stell off oock eenich tegenseggen in rechten ofte daer buijten, Overmits de oprechte ǁ deughdelijcheijt deser schuldt is spruijtende van goede ende welgetelde penninghen bij de ǁ voors. volmachtichde uijt handen van de voors. Goijartien van den Ancker weduwe Le Hardij ǁ tot behoeff van den voors. dorpe van Tilborch gehadt ende ontfanghen , gelijck hij ǁ gelover dat verclaerde ende bekende midts desen, Ende ofte het gebeurde dat de voors. ǁ somme ten voors. daeghe niet en wierde gerestitueert, soo gelooft de selve alnoch uijt ǁ ende machte alsvoor, ende op verbandt als voor daervan interest te geven als voor ǁ tot de effectuele afflossinge toe, Getuijghen waeren hier over schepenen in S'Hertogen ǁ bossche Johan Francois Balbiaen, ende Jacob Sijwert van Sijburch gegeven den achten ǁ twintichsten dach der maendt aprilis int jaer ons Heeren duijsentsesshondert ende ǁ negenentseventich
Linkermarge:
1000:0:0 ǁ Tilburg ǁ N. 396 ǁ [***] den ǁ 7 januarij ǁ 1725 ǁ W. Heinsius
Dorsale aantekening:
Tilborch ǁ Schultbrief van ǁ 1000 gulden Capitael ǁ voor de weduwe Lehardij
No. 71 ǁ 1679
Solvit cassatie ǁ 1-7-2000 ǁ W. Heinsius
De onderteekende ǁ bekent mids deesen ǁ dat Peeter Staecken ǁ burg ontfanger ǁ van de verpondingen ǁ en beden der heerlijkheid ǁ Tilburg aan haaren ǁ handen heeft betaalt ǁ de somme van drie ǁ hondert sesentnegentig gulden ǁ seven stuivers tien penningen zijnde het restant ǁ van duijsend gulden capitaal int witte ǁ deeses vermelt consenterende ǁ diens volgens inde cassatie datum ǁ sBosch den 22 februari 1738 ǁ dico 396-7-10
De weduwe Martinus de Leeuw
Dese ter secretarie van sBosch ǁ gecasseert den 22 februari 1738
[***]
In minderinge van dit neven staende capitael bekenne ǁ ik ondergetekende Maria Catharina vande Couveringe reductie ǁ testamentair [***] van wijlen de heer ǁ Martinus de Leeuw, [***] ǁ ven seigneur Peter Stakenborgh ontfanger der conincxbeede ǁ te Tilborgh van wegens de gemeente van Tilborg voors. ǁ de somme van ses hondert drie gulden twelff stuivers ǁ en ses penningen actum sBosch de elffde maart 1737
De weduwe Martinus de Leeuw