Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 140
6 mei 1692
Akte van machtiging, gepasseerd voor schepenen van Herentals, door meester Gommar Lodewijcx van Jan Janssens van Vaerlen te Moergestel om voor hem een stuk beemd, genaamd Den Langenbempt en een daarachter gelegen weide, genaamd het Leegh Werffken, te verkopen.
Cornelis van Oerle Regerende Borgemeester van Tilborgh van desen jaere sestien hondert ǁ twee entnegentigh inden naeme ende als gemechtight van drossaert oudt Borgemeesters ende principaelste geerf ǁ dens der Heerlijckheijt van Tilborgh representeren deselve gemeente met naeme Bornage M. Nieukerck ǁ Dirck Ottinck, Jan de Groot, Jacobus Coenraets, Cornelis Janse van Oerle, Andries Ermerts, Cornelis Coolen, Barthel ǁ van Oerle, Willem Staeckenburgh, Adriaen Mutsaerts, Hendrik Hollen, Anthonij Staekenburgh Adriaen ǁ Zegers, Ive vande Silver, J. vanden Heuvel, Peter Bernts, Cornelis Jan Coijen, Adriaen Christiaen de Roij ǁ [Ge]ert Jansen de Roij, Adriaen van Eisen, Cornelis Soffarts, Willem van Gorp, Cornelis van Groenendael, Nicolaes ǁ [V]eramelvoirt, A. Soffers, A. Maes Andries van Dijck, Wauter Zegers Hendrik Huijberts de Roij, Peter de Roij ǁ [in]ne procuratie brieven onder des gemeentes zegelen daer van gedepescheert, wesende vander dato ǁ den vijftienden April 16c twee entnegentigh, Ende uijt crachte der machte hem daer bij soo blijckende ǁ was, gegeven ende verleendt, heeft gelooft op verbant vander voors. constituanten persoonen ende goederen ǁ present ende toecomende onverscheijden een voor al ijder als schuldenaer principael, Matthia van Beugen ǁ de somme van duijsent carolus guldens tot XX stuijver goet permissie gelt elcken gulden gereeckent metten ǁ intrest van dien tegens vier vant hondert van heden date deses over een jaar te voldoen ende te betaelen ende ǁ binnen dese stadt vrij van alle lasten ende commer, egeene uijtgescheijden te leveren, sonder langer uijtstel ofte ǁ oock eenigh tegenseggen in rechten ofte daer buijten, overmits de oprechte deughdelijckheijt deser schult ǁ als spruijtende van geleende ende aengetelde penningen bij de voors. geloovere tot behoef der heerlijckheijt voors. ǁ gehadt ende ontfangen, om daer mede aff te lossen ende te quijten verscheijde cappitaelen, staende tot lasten ǁ vande gemeente tegens vijff ende vier gulden vijff stuijvers per cento, ten intrest, soo hij bekende mits ǁ desen, ende in cas van langer continuatie sal den intrest blijven loopen als voor tot de effectueele ǁ voldoeninge ende aflossinge toe, behoudelijck dat men indien gevallen malcanderen drije maenden ǁ te vooren behoorlijck den los sal moeten opseggen, getuijgen waer hier over Schepenen inne ǁ s'Hartogenbosch Johan Christoffel Seijtz. ende Hendrick Copes, gegeven den sesden maij sestien ǁ hondert twee entnegentigh
Dorsale aantekening:
deesen brief ǁ is ter secretarije ǁ gecasseert den ǁ 1 juli seven ǁ tienhondert ende ǁ vierentwintigh ǁ F Chatvelt
Corpus van Tilborgh aen ǁ Matthia van Beugen ǁ 1000 gulden
Wegens de heer Hen ǁ dricus Josephus Carren ǁ broeck als in huijwelijk ǁ hebbende M. [.] ǁ van Beugen
De aflossinge, quijtinge ǁ en cassatie deses ten comp ǁ toire der Domeijnen van ǁ Braband binnen s'Bosch ǁ verthoont gebleecke en ǁ aangeteijckent op huijden ǁ den 1 Augusti 1724 ǁ A. de Gijselaar ǁ als geauthoriseerde