Den Haag

D'eerste presiderende, ende andere raden van den Rade ende Leenhove van Brabant, Doen te wetene, ǁ dat Jacobus van der Horst, procureur voor den gemelten Rade ende Leenhove, compareerde voor onse lieve ende beminde heer Maurits Le Leu de Wilhem ǁ heere van Waelwijck, Eerste presiderende raedt ende stadhouder, mitsgaders d'heeren Quirijn van Strijen, ende Willem van Persijn, insgelijcx raden ǁ ende mannen van leen in den gemelten Rade ende Leenhove, ende exhibeerde acte van speciale last, ende procuratie, op den 5e october 1716 voor den ǁ notaris Johannes Sijthoff ende seeckere getuijgen alhier in den Hage, ter saecke nabeschreven op hem comparant gepasseert, bij Leonard Vermeulen, ǁ agent, ende solliciteur militair alhier in den Hage, alsmede seeckere acte ofte schepenkennisse, van achtien duijsent gulden capitael, op den ǁ 10e september 1716 tot Tilborgh gepasseert, bij Johan Anthonij Nehring, secretaris van Wilhem lantgrave van Hessen, heere van Tilborgh etcetera ǁ ten behoeve van den voorschreve constituant, volgens procuratie bij den selven lantgrave van Hessen, op den voornoemden sijnen secretaris ǁ Nehringh, den 15e augusti 1716, daer te vooren onder desselffs signatuijre gegeven, tenderende de voors. procuratie van den constituant, omme ǁ de voorschreve acte van schepenkennis, voor den gemelten Rade ende Leenhove te laten en registreeren, ende te boeck stellen, Ende voorts omme de ǁ voors. acte van schepenkennis voor desen Rade ende Leenhove behoorlijck te verheffen, luijdende de voors. acte van schepenkennis van ǁ woorde te woorde als volght - Extract uijt het schepenen prothocol der heerlijckheeden van Tilborgh ende Goirle, compareerde voor ǁ schepenen der heerlijckheden van Tilborgh, ende Goirle, onder genoemt, de heer Johan Antonij Nehring, secretaris van sijn hoogheijt, Willem ǁ prince van Hessen, luitenant generael van de cavallerie van dienste van den staet der Vereenighde Nederlanden, gouverneur der stad Breda etcetera, etcetera, etcetera, ǁ den welcken uijt crachte van speciale authorisatie, van opgemelte sijne hoogheijt tot het geens navolgende onder der selver signatuijre op ǁ hem comparant gegeven en gepasseert, in s'Hage in dato vijffden augusti 1716, Verclaerde uijt den naem van opgemelte sijne hoogheijt, wel ǁ ende deughdelijck schuldigh te wesen aen den agent ende solliciteur Leonard Vermeulen, eene somme van achtien duijsent gulden, als bevonden ǁ sijn bij sloth van reeckeninge in dato den 5e augusti 1716, aen gemelte Leonard Vermeulen over deughdelijcke geavanceerde penningen schuldigh te wesen, ǁ der halven, renuntiÇ®rende uijt den naem van meer hoogh gemelte sijne hoogheijt aende exceptien van niet aengetelden gelde, beloovende ǁ die voors. somme wederom te sullen restitueeren over vier jaeren naert passeren deses, neffens den interest vandien, tegens vier guldens vant hondert ǁ int jaer, ofte wel dat in cas van langer continuatie, den intrest mede sal continueren, tot de volle, ende effectueele voldoeninge toe, welcke ǁ afflossinge, naer expiratie vande voors. vier jaren, sullen doen, t'sij int geheel, ofte wel bij termijnen van twee, drie off vier duijsent gulden ǁ jaerlijcx tegelijck, soo als dan metten gemelten Vermeulen, naerder sullen comen te convenieren, tot prescise naercominge vant geene voors. ǁ staet, verbind hij heer comparant de heerlijckheeden van Tilborgh ende Goirle competeerende aen meer hoogh gemelte sijne hoogheijt, met alle desselffs ǁ ap- ende dependentien vandien alles mede uijt crachte, ende ingevolge van opgemelte authorisatie alhier vertoont, gesien ende gelesen, Actum ǁ den 10e september 1716, Ende waren onderteeckent, H: Glavimans G:Bles, et J: de Jongh onderstont accordeert mettet voors. protocol, ende ǁ geteeckent J: de Jongh ter sijden stont, solvit 40 e penningen 450-0-0. 10e verhoogingh 45-0-0- welcken volgende soo versoghte den voorn. procureur ǁ van der Horst uijt crachte van sijnen voorschreve procuratie, dat de voorschreve acte van schepenkennis mede voor desen Rade ende Leenhoove ǁ mogte werden vernieuwt, ende ten leenregistere geregistreert, Soo ist dat wij de voors. schepenkennis geexamineert hebbende, deselve hebben vernieuwt ǁ ende ten leenregistere doen registreeren, Soo wij doen bij desen, Wijders versoghte den comparant mede volgens de voors. procuratie van wegen ǁ d'hoogh mogende heeren Staten Generael der vereenighde Nederlanden als representeerende den hertoge van Brabant ten behoeve van den constituant ǁ Leonard Vermeulen, verlijd ende beleent te werden metten voorschreve schepenkennis van achtien duijsent guldens, van dato den 10e september ǁ 1716, waer bij den voorschreve Johan Antonij Nehringh als gevolmachtighde van gemelte prince Wilhem lantgrave van Hessen, heeft verbonden ǁ de heerlijckheden van Tilborgh ende Goirle, met alle desselffs ap- ende dependentien vandien alles volgens de voors. procuratie op hem Nehringh den ǁ 5e augusti 1716, onder de hant ende signatuijre van den gemelten prince gepasseert, Waerop den Raedt ende Leenhoff uijt den naem ende van wegen ǁ dhoogh gemelte heeren Staten Generael, den voornoemden stadhouder, ende mannen van leen, gemaent hebbende te wijsen des recht ware, ǁ is bij deselve verclaert ende gewesen voor recht, dat sij den voors. comparant in de voors. qualite in hulde ende manschap ontfangen, ende mette voors. ǁ schepenkennis van achtien duijsent guldens beleenen sullen, ende is alsoo hij comparant ten behoeve van den voors. Leonard Vermeulen daer aff gecomen ǁ te hande ende monde, Doende hulde ende eedt van eeren ende trouwen, mette alle t'gunt naer t'leenhoffs recht van Brabant schuldigh ende ǁ gehouden was te doen, ende mette voors. schepenkennis beleent, ende in manschap ontfangen, Behoudens den heer ende een iegelijcx sijns rechts, Ende des ǁ toirconde hebben wij den zegel van den gemelten Rade ende Leenhove hier aen doen hangen, ende door onsen griffier onderteeckenen,  gedaen, ende alsoo ǁ gepasseert in s'Gravenhage dartien dagen inde maent october int jaer ons Heeren duijsent seven hondert ende sestien,

Op de pliek:

Bijd' voorsz. eerste presiderende ende andere van den ǁ Rade ende Leenhove ǁ B. van der Haer ǁ 1716