Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 93
29 maart 1786
Akte van belening door de Raad en het leenhof van Brabant en Landen van Overmaze, van Jacoba Soetje Broenken, douairière van Gijsbertus Steenbergensis, graaf van Hogendorp etc., en haar zoon Diderik Johan, graaf van Hogendorp, etc. met de heerlijkheid Tilburg en Goirle met toebehoren.
D'eerste Preesideerende ende ander Raden van den Rade en Leenhove van ǁ Braband ende landen van Overmaze, doen te wetene, dat Georg Frederik Alsche, procureur voor deezen ǁ [Ra]de en Leenhove, compareerde voor onze lieve ende beminde de heeren Willem van Laer, Eerste ǁ preesideerende raad en stadhouder van de leenen, mitsgaders Carel de Verdun en Frederik Willem Chion, ǁ insgelijks, raden en mannen van leen vanden gemelde Rade en Leenhove, Ende exhibeerde acte van speciale ǁ last en procuratie op en 11e februarij 1786 voor den notaris Leendert Willem van Beusekom en ǁ getuijgen te 'S Bosch, ter zake nabeschreeven op hem comparant verleden en gepasseert, bij vrouwe ǁ Jacoba Soetje Broenken douariere van wijlen Gijsbertus Steenbergensis Grave van ǁ Hogendorp wonende te 'S Bosch, Ende versogte den voornoemde comparant in voorsz. qualiteit van wegens ǁ de Hoog Mogende Heeren Staaten Generaal der Vereenigde Nederlanden als representeerende den ǁ Hertog van Braband, ten behoeve van de voornoemde vrouwe constituante ter tochte en van haaren ǁ zoon Diderik Johan Grave van Hogendorp, ten erfrechte, verleijd en beleent te werden ǁ mette dorpen, goeden ende heerlijkheeden van Tilburg en Goirle, mette hooge, middele ǁ ende laage jurisdictie, mette forfaiten keuren ende breuken ende kleijne manschappen, ǁ waranden vogelerijen, visscherijen, chijnsen renten ende andere haare toebehooren, zo als wijlen ǁ haren voornoemde man Gijsbertus Steenbergensis Grave van Hogendorp daar mede het laaste op den ǁ 27 februarij 1754 is verleijd en beleent geweest, waar op den Raad ende Leenhof uijtten ǁ naam ende van wegen Hooggemelde Heeren Staaten Generaal den voornoemde Stadhouder ende ǁ mannen van leen gemaant hebbende te wijzen des regts waare is bij dezelve verklaart ende ǁ geweezen voor regt, dat wij den comparant in zijne voorsz. qualiteit in hulde en manschap ontfangen ǁ en de voornoemde vrouwe constituante ter togte, en haren gemelde zoon met het erfregt van de heer boven ǁ gespecificeerde leengoederen beleenen zullen, Ende is alzo den comparant in zijne voorsz. qualiteit daar af ǁ gekomen te handen ende monde, doende hulde ende eed van eere ende trouwe, met al t'gunt naar t leenhofs ǁ regt van Braband schuldig ende gehouden was te doen, ende hebben de constituante vrouwe Jacoba ǁ Soetje Broenken douariere van Gijsbertus Steenbergensis Grave van Hogendorp ter togte en haren zoon Diderik ǁ Johan Grave van Hogendorp ten erfregte mette dorpen goeden en heerlijkheden van Tilburg en Goirle in voegen ǁ hierboven breder gespecificeert beleent, behoudens den Heer en een ijgelijk sijns regt, Ende blijft tot bezetman ǁ van dezen leene te boek staan voornoemde Diderik Johan Grave van Hogendorp, Ende des 'toirconden hebben wij den ǁ zegel van den voorsz. Rade en Leenhove hier aan doen hangen en bij onzen griffier onderteekenen [***] ǁ
Op de pliek:
Bij d'voorsz. Eerste Presideerende ende andere ǁ Raaden, ǁ C. A. Maclaine ǁ
In dorso:
N(ummer)o 21 ǁ Verleij brief van de heerlijkheden ǁ Tilburg en Goirle ten behoeve van ǁ Diderik Johan Grave van Hogendorp de dato ǁ 29 maarte 1786 ǁ Nummero 28 ǁ J.L.S. ǁ