Overslaan en naar de inhoud gaan
Documentnummer 1428-082, laatst bijgewerkt op 3 april 2023, periode 1759

15 november 1759

Vindplaats van het origineel

Regionaal Archief Tilburg, toegangsnummer 1428, Charterverzameling Tilburg (en Goirle, Berkel-Enschot en Udenhout), inv.nr. 82

Samenvatting oorkondetekst

Mandement van daagceele (dagvaarding) van de Raad en Leenhof van Brabant en Landen van Overmaze voor Gijsbert van Steenbergen, graaf van Hogendorp, vrijheer van Hofwegen, Tilburg en Goirle etc. hem met uitsluiting van drossaard en regenten van deze plaatsen alleen bevoegd verklarend tot de begeving van alle opengevallen ambten en bedieningen; met relaas van beteekening aan drossaard en schepenen door de deurwaarder van de Raad.

Transcriptie

Edel Moogende Heeren, ǁ Uijt cragte ende vermoogens van seeckere opene ǁ briefe van mandament van daagceele ǁ van dato 15e november 1759 in margine ǁ deese mijne relatie is annex, van haer ǁ Edel Mogenden d'eerste Preesiderende en de ǁ andere Raeden van den Raede en Leenhove ǁ van Braband en Lande van Overmaze ǁ in s'Hage, geimpetreert bij ofte van weegen ǁ Gijsbertus Steenbergensis Grave van Hogen ǁ dorp,  vrij Heer van Hofweegen, Tilborg ǁ en Goirle, quartiere van Oosterwijck, meij ǁ erije van s'Bosch, des versogt zijnde ǁ van den voornoemde impetrant, heb ik ǁ ondergeschreeve deurwaerder van welge ǁ melde Raede, op den 22e november 1759, ǁ mij gevonden binnen de voornoemde heer ǁ lijkheijd Tilborg, aen de woonhuijsingen ǁ van Hendrik Maes drossaert, Theodorus ǁ Conradi preesident, Wouter Mans, Jan ǁ Verduijn, Elias Roessing, en Johan ǁ Theodorus Moring, alle scheepenen deeser ǁ heerlijkheijd Tilborg, En aen deselve van ǁ weegens de hooge overigheijd, den obtinent ǁ van deese annexe mandamente verclaert, ǁ ter seclusie van drossaert en regenten ǁ voornoemt, geregtigt te sijn tot de begee ǁ vinge van alle vereerende ampten en ǁ officien aldaer en speciael van dat van school ǁ meester tot Corvel, vervolgens aen dros ǁ saert en regenten voornoemt, belast de ǁ aenstelling van Cristoffel Crap tot school ǁ meester van Corvel, bij haer als qualijk ǁ en ten onregten gedaen, te casseeren ǁ en te annulleeren, als meede te betaelen ǁ de costen hier omme gedaen. ǁ En in cas van oppositie de opposanten ǁ van weegens als booven, gedagvaert ǁ te compareeren of gemagtigde te sende, ǁ in s'Hage op de rolle van welgemelde ǁ Edel Mogende Raede op woensdag die weesen ǁ sal den 12e december deeses jaers 1759 ǁ omme te zeggen de reedenen van dien, ǁ te aenhooren soodanige eijsch en con ǁ clusie, als den impetrant ter saeke ǁ voorschreeve, ten dage dienende, sal ǁ willen doen en neemen, daer jegens te ǁ antwoorden en voorts te procedeeren ǁ als na regten. ǁ En hebbe ten behoeven van de voornoemde ǁ regenten overgegeven behoorlijke copie ǁ vant mandament, met annotatie van ǁ den dag van regten, aen den drossaert ǁ voornoemt, die mij tot antwoort gaf, ǁ dat ik het aenneem voor mij, en de ǁ verdere regenten. ǁ En den preesident Theodorus Conradi ǁ gaf tot antwoort, ik sal aen deesen ǁ mandamente obedieeren, en ben geensints ǁ van intentie mij daar jegens te opposeeren, of den heere in zijne preerogativen ǁ te verkorten. ǁ Den scheepen Wouter Mans, gaf in ǁ antwoort eeven het selfde, als den ǁ preesident Conradi hier voor gein ǁ sereert. ǁ De huijsvrouw van den scheepen Jan ǁ Verduijn, mits d'absentie van haeren ǁ man, gaf in antwoort, ik geef geen ǁ relaes. ǁ De huijsvrouw van den scheepen Elias ǁ Roessing, mits d'absentie van haeren ǁ man, gaf in antwoort, ik sal’t mijn ǁ man seggen. ǁ De huijsvrouw van den scheepen Johan ǁ Theodorus Moring, mits d'absentie ǁ van haeren man gaf in antwoort, ǁ ik sal mijn man de boodschap doen. ǁ Edel Moogende Heeren, allent geene ǁ voorschreeve is, verclaere en relateere ǁ te weesen mijn relaes en wedervaeren, ǁ actum ut supra

J.J. Heuvel deurwaerder

 

D'eerste Presideerende ende ǁ andere Raaden van den Raade en Leenhove [van] ǁ Braband en Landen van Overmaze, den eersten deurwaarder ǁ hier toe verzogt salut, wij hebben ontfangen de ǁ supplicatie van Gijsbertus Steenbergensis Grave ǁ van Hogendorp Vrijheer van Hofweegen, Tilborg en ǁ Goirle, quartiere van Oosterwijk Meijerije van 's ǁ Bosch, innehoudende dat den suppliant bij deezen ǁ Raade en Leenhove volgens de oude uitgift brieven ǁ verleijt zijnde benevens meer andere voorregten ǁ en geregtigheeden met de hooge laage en middel ǁ baare jurisdictien der voorschreeve heerlijkheit ǁ van Tilborg en Goirle, daar onder speciaal meede ǁ begreepen is de aanstellinge en begeevinge van ǁ alle magistraten, officieren, en ampten binnen ǁ de voorschreeve heerlijkheit vacant vallende ǁ gelijk dat regt dan ook bij koopbrieven door ǁ zijne altans nog regeerende Doorlugtige Hoog ǁ heit den Landgraaf van Hessen als vorigen heer ǁ ten behoeve van den suppliant is verkogt en ǁ gecedeert geworden. Dat of schoon dan niemand ǁ buijten den suppliant als heere der voorschreeve ǁ heerlijkheit bevoegt was eenige ampten off ǁ officien aldaar te begeeven, het daar jegens egter ǁ aan drossart en scheepenen van Tilborg en Goirle ǁ meergemelt heeft kunnen gelusten, om eijgener ǁ authoriteit en buiten voorweeten of concurrentie ǁ van den suppliant, schoon in loco present het ǁ vaceerende schoolmeesters ampt tot Corvel, zijnde ǁ een gehugt onder, en tot de meergemelde heer ǁ lijkheit behoorende op den 18 junij deezes jaars 1759 ǁ te begeeven aan eenen Cristoffel Crap, quasi ǁ onder die mits, dat hij de approbatie van den ǁ suppliant zoude moeten obtineeren. Dat ǁ wel de suppliant zijne verwondering over die ǁ behandeling aan president en scheepenen der heer ǁ lijkheit Tilborg voornoemt bij een notariaale insinuatie ǁ en protest van dato 22 junij daar aan volgende ǁ hadde te verstaan gegeeven, met denunciatie, dat ǁ zij scheepenen de gemelde aanstelling terstont ǁ zouden hebben in te trekken, of wel aan den suppliant ǁ binnen een zeekeren tijd te exhibeeren bewijs, dat ǁ zij scheepenen het regt zouden hebben om van het ǁ dorps schoolmeesters ampt tot Corvel voornoemt ǁ te disponeeren onder aanbieding en presentatie, ǁ indien gevalle de gemelde regenten met de dispositie ǁ van zodanige bediening te laten voortgaan, en zig ǁ alleen des wegens, de ap en improbatie te zullen ǁ reserveeren of andersints daar jegens te zullen doen ǁ als te raade, en met verdere protestatie prout moris ǁ et stijli, en ook van bereijd willigheit. Edog dat ǁ de suppliant daar op gants geen voldoenent ant ǁ woord heeft ontfangen, zoo dat in tegendeel bij ǁ drossart en regenten der heerlijkheit Tilborg ǁ voornoemt was gesustineert in substantie, dat ǁ zij pretenselijk eeven gelijk hunne predecesseuren ǁ in officio tot de voorschreeve aanstelling bevoegt ǁ en geregtigt zouden zijn. Mits welke, en ǁ gemerkt daar door een notabel prejudicie ǁ aan de leen geregtigheeden der voorschreeve ǁ heerlijkheid zoude werden toegebragt, hetgeen alzoo niet en behoort, en waar ǁ jegens de suppliant zig verpligt agt te ǁ moeten invigileeren, zoo keerde de suppliant ǁ hem aan ons inden gemelden Raade en Leenhove ǁ (zoo hij zeijde) verzoekende onze provisie van ǁ mandament van daagceele in deezen dienende, ǁ waaromme zoo ist' dat wij deezen aangezien ǁ uw ontbieden ende beveelen (daar toe committee ǁ rende bij deezen,) dat gij ten verzoeke van den ǁ voorn. suppliant, denzelven, van wegens de ǁ Hooge Overigheit verklaart ter seclusie van ǁ drossaart en regenten voornoemt geregtigt ǁ te zijn tot de begeevinge van alle vaceerende ǁ ampten en officien aldaar, en speciaal van ǁ dat van schoolmeester tot Corvel voorschreeve, ǁ belast vervolgens drossart en regenten van ǁ Tilborg de aanstelling van den voornoemde ǁ Cristoffel Crap tot schoolmeester van Corvel ǁ als qualijk en ten onregte gedaan te casseeren ǁ en te annulleeren, alsmeede te betalen de ǁ kosten hieromme gedaan, en in cas van oppositie ǁ daagt de opposanten te compareeren ofte gemag ǁ tigde te zenden t'eenen zeekeren gelegenen dage ǁ die gij henlieden elks beteekenen zult, voor ǁ ons in den gemelde Raade en Leenhove omme te ǁ zeggen de reedenen van dien te aanhoren zoda ǁ nigen eijsch en conclusie als de suppliant ǁ ten dage dienende ter zaake voorsz(eid) zal willen ǁ doen en neemen, daar jegens te antwoorden en ǁ voorts te procedeeren als na regten. Ons ǁ relateerende uw wedervaren gegeeven in 's Gra ǁ venhage onder den zegel van den gemelten ǁ Raade en Leenhove hier aan doen hangen deezen vijftienden november duijzent zeven ǁ hondert negen en vijfftigh.

Bij de voors. eerste Presideerende ǁ ende andere Raaden.

J. De Kempenaer ǁ 1759

 

Dorsale aantekening:

Mandament van daagceele ǁ voor ǁ Den Grave van Hogendorp ǁ Vrijheed van Hofwegen, Tilborg en ǁ Goirle etc. etc. Imp[***]t ǁ in dato 15 november 1759

 

dato 12 december 1759 ǁ B. Nederburgh, procureur

 

In potlood:

47